Slagextrusie van aluminium
Binnen de verschillende productietechnieken heeft slagextrusie van aluminium reeds langere tijd zijn plaats veroverd. Toepassingen in voorwerpen welke we dagelijks gebruiken (zoals spuitbussen, tubes, batterijen en elektrolytische condensatoren, maar ook brandblussers en duikflessen) zijn inmiddels bekend en vanzelfsprekend. Maar ook buiten het gebied van verpakkingen en behuizingen neemt de inzet van producten uit slagextrusie enorm toe. Te vaak echter worden nog kansen onbenut gelaten door onbekendheid met de mogelijkheden van deze technologie.
Ontwerpers en constructeurs denken vaak van zelfsprekend aan technologieën als hogedrukgieten of het extruderen van aluminium profielen. Toepassers van de slagextrusie zijn echter enthousiast over de voordelen van deze techniek. Aangezien het benodigde materiaalvolume relatief nauwkeurig te berekenen is, veroorzaakt slagextrusie een minimum aan afval. En omdat de maatnauwkeurigheid groot is (afhankelijk van de geometrie van het product tot ca. 0,2mm), zijn bovendien geen of weinig kostbare verspanende nabewerkingen nodig. Dit resulteert in een hogere output, inclusief de daarbij behorende economische voordelen.
Basisprincipes van slagextrusie
In beginsel is slagextrusie een koudvormtechniek. In een pers wordt een stempel en een matrijs geplaatst. Het aluminium uitgangsmateriaal noemt men een Platine. Deze platte schijfjes (die in het Duits 'Butzen' en in het Engels 'Slugs' heten) worden één voor één in de matrijs gelegd. Door de slag van de pers wordt het aluminium in de plastische fase gebracht ('slagextrusie'). In deze aggregatietoestand kan het materiaal via de ruimte die
tussen matrijs en stempel aanwezig is 'ontsnappen' (afbeelding 1).
Afbeelding1
In zijn eenvoudigste vorm (een cirkelvormige holte en een ronde, iets kleinere stempel) ontstaat nu een hol, bekervormig product (zie afbeelding 2a en b). Het ontvormen vindt plaats met een afstroper (indien door wrijving het product om de stempel geklemd uit de...