Onderhoud van roestvast staal
Roestvast staal geniet een zeer goede weerstand tegen corrosie mits men aan de voorwaarden voldoet. Dat houdt dan gelijk in dat dit materiaal niet onderhoudsvrij is maar wel onderhoudsarm. M.a.w. het materiaal vereist toch het nodige onderhoud wil het optimaal blijven presteren. Roestvast staal bestaat bij gratie van de aanwezigheid van zuurstof dat in de atmosfeer voldoende aanwezig is. Zuurstof zal met het aanwezige chroom, dat in het metaal in voldoende mate aanwezig is, een dichte chroomoxidehuid vormen die voor de vereiste passiviteit ofwel corrosiebestendigheid moet zorgen. Deze huid is uitzonderlijk dun maar het is wel in staat om waterige milieus niet in contact te laten komen met het onderliggende metaal. Dit is in feite het geheim dat roestvast staal in principe niet roest c.q. corrodeert. Maar dit houdt tegelijkertijd in dat zuurstof uit de lucht het roestvast staaloppervlak moet kunnen bereiken. Zo blijkt dat roestvast staal wel een mensenleven mee kan indien je de regels eerbiedigt die daarvoor gelden. De uitdrukking ‘roestvast staal kan niet roesten’ die men nog wel eens hoort, is dus een aanvechtbare stelling die op zich wel klopt indien het materiaal op een juiste wijze wordt gebruikt en behandeld.
‘Under deposit corrosion’
Vooral hardnekkig vuil kan a.h.w. roet in het eten gooien indien er  chloriden in het spel zijn. Chloriden behoren tot de halogenen en dat  zijn zoutvormers. M.a.w. zij willen met metalen zoutverbindingen maken  en dat zijn feitelijk corrosieproducten. Ook roestvast staal ontkomt  daar niet altijd aan en dat geldt vooral voor plaatsen waar zich vuil  heeft afgezet. Onder vuilafzettingen kunnen moeilijk zuurstofmoleculen  komen maar wel chloriden. De reden is dat de zuurstofmoleculen vele  malen groter zijn dan de kleine chloorionen. Laatstgenoemde ionen hebben  dan a.h.w. vrij spel en tasten het materiaal aan omdat zuurstof geen  helpende hand meer kan bieden om dat tegen te gaan. Op afbeelding 1 is  dat schematisch weergegeven; de blauwe bollen zijn zuurstofmoleculen en  de oranje bolletjes stellen de chloriden voor. De chloriden kruipen dan  rijkelijk onder de vuilafzetting waardoor het materiaal wordt aangetast.
Afbeelding 1: schematische voorstelling ‘under deposit corrosion’
M.a.w. onder deze vuilafzettingen begint dan de corrosie omdat het  oppervlak ter plaatse geactiveerd is geraakt door chloriden. De ontstane  corrosieproducten hebben een groter volume gekregen waardoor deze gaan  uitbloeden. Dit bewerkt allerlei bruine vlekken op het roestvast  staaloppervlak die ook wel theevlekken worden genoemd. Deze vorm van  corrosie noemt men ook ‘under deposit corrosion’ en daar is eigenlijk  nooit een Nederlandse uitdrukking voor gevonden. Feitelijk bestaat dus  het primaire onderhoud van roestvast staal uit het afdoende schoonhouden  van het oppervlak opdat het a.h.w. kan blijven ademen.
Vliegroest
Een bekend begrip is vliegroest en dat is in feite besmettingscorrosie  ofwel contaminatie veroorzaakt door minuscule kleine ijzerdeeltjes. Deze  deeltjes komen in de lucht door bepaalde industriële processen. Vooral  in de buurt van hoogovens is dit een bekend probleem. Deze ijzerdeeltjes  blijven ‘plakken’ wanneer condens ontstaat op roestvast staal. Door hun  anodisch gedrag gaan deze deeltjes snel in oplossing. Dat geeft  hinderlijke bruine plekjes die bovendien ter plaatse het roestvast staal  oppervlak activeren. Ook een voorbeeld is de slijtage van stalen wielen  van treinstellen op de rails. Dit kan de nodige vliegroest veroorzaken  op bijvoorbeeld gevelbeplating die veelal tot besmettingscorrosie leidt.  Op afbeelding 2 ziet men het gevolg van deze aantasting op een gevel  van roestvast staal in de buurt van een treinstation. Vooral rond het  stationsgebied levert dit extra veel kleine ijzerdeeltjes op vanwege het  remmen van de treinstellen. 
Afbeelding 2: vliegroest op gevelbekleding van roestvast staal door remmende treinstellen.
Maritiem milieu
Vooral in maritieme milieus heeft men behoorlijk last van ‘under deposit  corrosion’ en dat komt omdat men daar van doen heeft met aerosolen. Dit  zijn uiterst kleine druppeltjes zeewater die tijdens hun vlucht snel  indampen vanwege een ongunstige V/O verhouding. M.a.w. een groot  oppervlak t.o.v. een klein volume laat het aanwezige water in dit  druppeltje relatief snel verdampen. Het gevolg is dat deze druppeltjes  in korte tijd een hoger chloriden- en zoutgehalte krijgen waardoor zij  steeds corrosiever worden. Deze druppeltjes landen ook op het roestvast  staal en daar drogen ze verder in. Na het indrogen laten ze kleine  zoutafzettingen achter op het oppervlak. Vooral gedurende de nacht  ontstaat condensatie waardoor dit zout weer in oplossing gaat zodat zo’n  plekje weer opnieuw corrosief wordt belast. Op afbeelding 3 ziet men  een AISI316 schakelkast in de buurt van de kustlijn die na twee jaar  gebruik ernstig was aangetast door aerosolen.
Afbeelding 3: schakelkast van roestvast staal AISI316 in de buurt van de kust na 2 jaar gebruik.
Effect van regenwater
Een belangrijke bijdrage om ‘under deposit corrosion’ te voorkomen of te  bestrijden is te danken aan regenbuien. Zoals eerder is gesteld, vormen  zich op het roestvast staaloppervlak zoutkristallen met alle negatieve  gevolgen van dien. Zodra het oppervlak wordt beregend zullen deze  kristallen oplossen en wegspoelen door neervallend regenwater. Op  afbeelding 4 ziet men gevelmateriaal van roestvast staal AISI316 dat  vrij dicht aan de Nederlandse kust is geplaatst. Hoewel het gehele  oppervlak na ruim een jaar was aangetast door aerosolen ziet men  duidelijk dat het droge gebied onder de verhoogde rand zwaarder is  aangetast dan de rest. De reden is dat het regenwater daar niet of  nauwelijks bij kon komen vanwege een uitstekende richel.
Afbeelding 4: RVS316 gevel materiaal dat extra is aangetast in het ‘droge gebied’.
In datzelfde gebouw is een luifel van roestvast staal AISI316 geplaatst  bij de entree en al dit luifelmateriaal werd nooit beregend omdat dit  onder een grote overkapping geplaatst is. Na ruim een jaar in  gebruikname was er een zware aantasting ontstaan die veroorzaakt was  door de aanwezige aerosolen en door het feit dat regenwater niets kon  betekenen (afbeelding 5). 
Afbeelding 5: de luifel werd nooit beregend waardoor hinderlijke corrosie extra werd gestimuleerd.
Hier ziet men tevens hoe betrekkelijk de weerstand is van roestvast  staal in maritieme milieus. Vaak hoort men dat roestvast staal AISI316  een zeewaterbestendige kwaliteit is maar dat blijkt dus behoorlijk  aanvechtbaar.
Roestvast staal AIS316 presteert goed in zeewater mits het  ondergedompeld is in koel, schoon en belucht zeewater. Vooral boven de  waterlijn dreigen de gevaren. Zo zijn aangetaste hydraulische leidingen  van AISI316 aangetroffen van een oprijsysteem t.b.v. een RoRo-ferry die  boven de waterlijn behoorlijk geroest waren terwijl de leidingen onder  de waterspiegel in prima conditie waren gebleven.
Het oppervlak
Ook het oppervlak speelt een grote rol want hoe gladder het oppervlak  hoe minder men last heeft van aantasting door aerosolen. Vooral geslepen  oppervlakken hebben last van ‘under deposit corrosion’ omdat in de  fijne groeven vuil gaat zitten waar chloriden zich onder kunnen gaan  nestelen. Langs het strand ziet men nog wel eens anti-parkeerpaaltjes  van roestvast staal die gemaakt zijn van een geslepen buis met een  gepolijst kapje. Beide materialen zijn gemaakt van roestvast staal  AISI316 maar de buis krijgt al vrij snel last van bruine theevlekken  terwijl het gepolijste kapje mooi blijft. Dat verklaart ook dat  gepolijste componenten op een jacht veel langer mooi blijven. 
Een eigenaar van een zeewaardig cruiseschip had besloten al zijn  railingwerk van gepolijste RVS 316 buizen te vervangen door geslepen  buizen met korrelgrootte 320 omdat de gepolijste buizen zo hinderlijk  schitterden in de zon. Zowel de bemanning als de klanten hadden daar  behoorlijk veel last van. Na enkele maanden zag men dat de buizen  allemaal bruin werden waardoor de bemanning met schuursponsjes het  railingwerk weer moest reconditioneren. Maar zodra men aan het eind kwam  kon men weer van voren af aan beginnen. De eigenaar van het schip was  er overtuigd dat de leverancier hem stiekem had benadeeld door roestvast  staal AISI304 te leveren i.p.v. 316 maar na controle bleek dat echter  niet het geval te zijn. De enige oplossing was het geheel weer vervangen  door gepolijste buizen. Hieruit blijkt wat een grote rol de  oppervlaktegesteldheid heeft t.a.v. de uiteindelijke  corrosiebestendigheid.
Reinigen van poriën
Het zal inmiddels duidelijk zijn dat het van groot belang is dat de  poriën ontdaan worden van vuilafzetting om zo zuurstof de kans te geven  het roestvast staal afdoende passief te houden. Dit blijkt echter in de  praktijk lastiger dan men veelal denkt. De oppervlaktespanning van  reinigingsproducten is veelal te hoog om diep in de poriën af te kunnen  dalen. Het medium hangt a.h.w. over de toppen heen van de microscopisch  kleine onregelmatigheden en in afbeelding 6 is dit schematisch  weergegeven. M.a.w. de vuilafzettingen blijven gewoon aanwezig in de  poriën en daarmee ook het gevaar van ‘under deposit corrosion’. 
Afbeelding 6: reinigingsmiddel komt niet bij de bruingekleurde vuilafzettingen in de poriën.
Daarom moeten stoffen in het reinigingsmiddel worden toegevoegd om deze  oppervlaktespanning c.q. contractie dusdanig te verlagen dat dit middel  het aanwezige vuil kan bevochtigen teneinde het op te lossen. Dergelijke  middelen noemt men tensiden en op afbeelding 7 ziet men een  schematische voorstelling van dit fenomeen.
Afbeelding 7: reinigingsmiddel met lage oppervlaktespanning bevochtigt en lost de verontreinigingen op. 
Het gevolg is duidelijk want het roestvast staal kan a.h.w. op die  plaatsen weer ademen om een afdoende passiviteit op te bouwen van de  oxidehuid. Daarom zijn professionele reinigingsproducten voorzien van  dergelijke tensiden. Toch blijft er een probleem bestaan en dat is de  moeilijke verwijderbaarheid van roestproducten. Dat vraagt namelijk een  andere aanpak.
Verwijderen van roest
De chemische samenstelling van roest is veelal ijzerhydroxide en dat  betekent een basische substantie. In de scheikunde is een bekende wet  die luidt: base + zuur → zout + water. M.a.w. men dient een zure  substantie te gebruiken om het roest in oplossing te laten gaan. Dan  komt men al snel in de verleiding om bijvoorbeeld een anorganisch zuur  te gebruiken zoals fosforzuur en op zich werkt dat goed. Het nadeel kan  echter zijn dat het roestvast staal ook aangetast wordt vanwege de  etsende werking van dit zuur. Dit gevaar is extra groot bij het ontdoen  van roest op ferritisch en martensitisch chroomstaal of zodra men dit  zuur te lang op het oppervlak laat zitten. Dat is de reden dat men beter  organische zuren kan gebruiken die ook wel natuurlijke zuren worden  genoemd. Een bekend middel waarin deze zuren zijn verwerkt, betreft  Innosoft B570 dat reeds jaren op de markt verkrijgbaar is. Het is zeer  mild (soft) voor het roestvast staal maar hard tegen vuil en roest. Dat  effect wordt verder versterkt door de aanwezigheid van krachtige  tensiden die gemakkelijk de bodem van de poriën bereiken. Op afbeelding 8  ziet men een gecontamineerd roestvast staaloppervlak voor en na de  behandeling met dit product. Meerdere bedrijven hebben al aangegeven erg  enthousiast te zijn over de resultaten. 
Afbeelding 8: nozzle van roestvast staal voor en na de behandeling.
Voorkomen is beter dan genezen
De bekende uitdrukking ‘voorkomen is beter dan genezen’ geldt ook zeker  met het voorkomen van corrosie. Hoe goed men ontstane corrosie kan  verwijderen met bijvoorbeeld een middel zoals hier besproken dan moet  men zich blijven realiseren dat het roestvast staal op zeer kleine  plekjes geactiveerd is geraakt omdat zo immers de roest kon ontstaan.  Een roestvast staal reiniger kan de corrosieproducten zo goed mogelijk  weghalen maar de zwakke plek is nu eenmaal ontstaan. Eigenlijk zou men  daarom een oppervlak dat in een corrosief medium wordt geplaatst eerst  moeten behandelen met een dergelijk middel omdat dat het materiaal  zichzelf daarna optimaal kan passiveren. Deze behandeling is vooral van  belang wanneer het oppervlak geslepen is want dan is de kans op ‘under  deposit corrosion’ ook behoorlijk geringer geworden.
Extra bescherming
Ook zijn er producten in de handel die het materiaal na het reinigen  extra kunnen beschermen tegen nieuwe corrosie nadat het oppervlak  grondig gereinigd is zoals hierboven is beschreven. Naast transparante  kleurloze lakachtige producten kan men ook baat hebben van producten  zoals Innoprotect B580 dat een uiterst dun beschermlaagje geeft tegen  nieuwe corrosie. De eerlijkheid gebied te stellen dan de invloed van  maritieme invloeden toch veelal te corrosief zijn zodat dit middel toch  zijn beperkingen heeft. Dan heeft men geen andere keuze om een middel te  gebruiken dat een iets dikkere transparante en kleurloze laag geeft.  Een van die ontwikkelingen is het product Sustainox dat binnenkort op de  markt komt. De resultaten die hiermee bereikt zijn worden als zeer  positief ervaren. 
Voor meer informatie www.cleancare.nl en www.innomet.nl
