Blog Ko Buijs - Domme vragen bestaan niet!

Door de jaren heen krijg ik als metaalman best aparte vragen op mijn vakgebied afgevuurd. De allermeesten daarvan, zijn voor mij al weer in de vergetelheid geraakt. Dat neemt niet weg dat bepaalde vragen voor mij aanleiding zijn geweest om er een artikel of een blog aan te wijden. Daarnaast zijn er vragen die altijd in mijn geheugen zijn blijven hangen. In deze blog beperk ik mij tot de opmerkelijkste en leukste vraag.


Door Ko Buijs - Innomet Consultancy BV


De meest opmerkelijke vraag, die ik in mijn beleving ooit gekregen heb, was of er in roestvast staal ook ijzer aanwezig is. De vraagsteller had best wat logica aan zijn vraag toegevoegd want het materiaal roestte immers niet en met een magneet voelde je ook geen aantrekkingskracht. Daarom is die vraag niet zo apart, hoewel de vraagsteller zich ook had kunnen afvragen waarom het woordje ‘staal’ dan werd gebruikt in dit verband. Omdat ik in principe elke vraag waardeer, heb ik uiteraard nooit lachwekkend of denigrerend naar een vraagsteller gereageerd. Onder het motto ‘ieder zijn vak’ en met respect voor de vragensteller, heb ik getracht uit te leggen hoe uiteindelijk de vork in deze steel zit. Roestvast staal bestaat voor meer dan 70% uit ijzer en dat is voor de leek moeilijk te begrijpen omdat het materiaal niet te magnetiseren is. Dat feit geldt alleen voor volledig austenitische typen zoals AISI304(L) en 316(L). Ferritische roestvast staaltypen alsmede (super)duplex zijn echter wel te magnetiseren. Daarmee wordt gelijk de uitdrukking ontkracht dat roestvast staal inferieur zou zijn, zodra het door een magneet wordt aangetrokken. Duplex is, qua corrosiebestendigheid, zelfs superieur aan de genoemde austenitische kwaliteiten. Dat austenitisch roestvast staal niet te magnetiseren is, kan men desgewenst lezen in het blog ‘Roestvast staal en magnetisme’. 


Maar zoals eerder is gesteld, bevatten de gebruikelijke roestvast staaltypen meer dan 70% ijzer. Hoogwaardige austenitische roestvast staaltypen bevatten overigens iets minder dan 60% ijzer. Hoe hoog dit gehalte ook is, het aanwezige gelegeerde ijzer kan niet reageren met vocht uit de omgeving omdat er zich een dunne afsluitende chroomoxidehuid aan het oppervlak bevindt, die dat voorkomt. Deze huid pakt a.h.w. het materiaal in, zodat de omgeving geen kans krijgt met het metaal te reageren. Dit is enigszins te vergelijken met een appelschil, die voorkomt dat het onderliggende vruchtvlees gaat oxideren of dat er sappen uit de appel verdwijnen. Bezwijkt de oxidehuid, vanwege een te zware chemische belasting, dan krijgt het gelegeerde ijzer wel een kans om te oxideren en dat is een mooi woord voor roesten. Als de oxidehuid altijd in tact blijft, dat kan roestvast staal probleemloos een mensenleven mee. Indien dat niet het geval is, dan kan het in relatieve tijd geperforeerd worden door corrosie. Daarom spreek ik de hoop uit dat de persoon, die deze vraag stelde, er zijn nut mee heeft kunnen doen.


Wat de leukste vraag betreft, herinner ik mij een professor die graag van mij wilde horen wat het mechanisme is van vormgeheugenmetaal. Voor meer informatie over dit opmerkelijke metaal, zie het blog "Vormgeheugenmetaal"
Deze titaan/nikkellegering heeft dus de unieke eigenschap om zijn geprogrammeerde vorm te ‘onthouden’. Vervorm je dit metaal bij kamertemperatuur tot een bepaalde graad, dan zal de geprogrammeerde vorm weer terug komen bij circa 60⁰C onder afgifte van energie. Nadat ik hem uitvoerig had geïnformeerd over metaalkundige aspecten en het mechanisme dat verantwoordelijk is voor dit fenomeen, stelde hij de volgende vraag: “Kan deze wonderlijke legering op den duur ook dementeren?” Daarop stelde ik hem gerust dat hij daar niet bang voor hoefde te zijn. Mocht hij toch wat meer zekerheid willen hebben, adviseerde ik hem gekscherend dat hij dit metaal maar af en toe een antikalk behandeling moet geven. Die grap waardeerde hij wel en het is fijn dat humor niet hoeft te ontbreken in dit ‘stoffig’ vakgebied.